Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik bid dan, dat ik, tegenwoordig zijnde, [5]niet stout moge zijn met die vrijmoedigheid, waarmede ik geacht word [6]stoutelijk gehandeld te hebben tegen sommigen, die ons achten, alsof wij [7]naar het vlees wandelden. 5. Dat is, niet gedwongen worden door de ongehoorzaamheid van dezen, om tegenwoordig zijnde, zulke vrijmoedigheid in het straffen metterdaad te gebruiken. 6. Namelijk in het schrijven en dreigen, wanneer ik niet tegenwoordig ben. 7. Dat is, vleselijke of menselijke wijzen van doen gebruiken, om ons bij de mensen aanzien te maken.